A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Israel/Beloofd land 2


 

Landbelofte 

 

 

 

Jeruzalem met  Sionsberg is centrum van Erets Jisrael.

 Het blauw omcirkelde gedeelte is Getsemane

 

 

 

Map van Israel in de tijd van Jezus. Hier kun je zien dat er voor de pelgrimsreis van Galilea naar Jeruzalem twee opties waren. Via Samaria en via het Overjordaanse. De laatste reis van Jezus ging via het O verjordaanse en dus ook via Jericho  In Johannes 4 lezen we dat Hij via Samaria reisde.

 

 

 

De twee routes

 

Flavius Josefus schreef "Rond de feestdagen plachten de Galileeërs door het Samaritaanse land te reizen, op weg naar de Heilige Stad. Daarmee duidt hij op de directe weg die bij Gizaï (1) de heuvels van Samaria ingaat om in zuidelijke richting langs de berg Gerizzim te slingeren en dan in Jeruzalem uit te komen via de oude noordzuidroute door de bergen. Nu was die weg niet zonder risico vanwege de vijandschap en vechtpartijen tussen Joden en Samaritanen. Flavius vertelt dat bij Gizaï Samaritaanse jongeren de pelgrims dikwijls lastig vielen. . In de bergen van Samaria  verborgen zich ook rovers.  Daaraan denkt de pelgrim in Ps 122 : "Ik hef mijn oog naar de bergen.  Vanwaar zal mijn hulp komen? "

Skythopolis (Bet San)

Daarom was er ook een omweg via Skytopolis en Faselis. Daar stak hij de Jordaan over. Vroeger heette die plaats Betg San.

 Daar was een oversteekplaats.En nu heeft Jezus voor zijn laatste gang naar Jeruzalem ook die route gekozen, want we lezen in Marcus 10:46: " En zij kwamen in Jericho".  Jezus liep eerst voor hen uit. (Marc.10:32). Het gezelschap werd erg nerveus en bang.

In Jeruzalem loerden immers de Schriftgeleerden op Jezus! Maar inééns neemt Hij de twaalven weer apart (Marc. 10:32)

Hij wacht hen even op en dan vertelt Hij over zijn komend lijden en over zijn verrijzenis. Dat was dus op de tweede route.

 

 

 

 

Onder de landbelofte verstaan wij de beloften van God aan zijn oude volk Israël dat het het land Kanaän erfelijk zal bezitten. Sommige christenen menen dat deze belofte ook nog geldt voor het huidige volk Israël en de huidige staat Israël en dat op grond daarvan de kerk onlosmakelijk verbonden is met Israël.  God heeft het land Israël niet beloofd aan de Palestijnen maar aan zijn volk Israël. Anderen beweren dat dit historisch niet juist is. Ik  ben van mening dat bij de tegenwoordige claim op het omstreden territorium men blijft hangen in de eerste fase van de landbelofte. Wat heeft God namelijk bedoeld met deze landbelofte?Laat ik bij het begin starten.

 Abrahams roeping 

 Laat ik beginnen bij Abrahams roeping. God sprak tot Abraham:”Ik zal uw God zijn”. Om die belofte haar vervulling te laten krijgen zou Hij langs twee lijnen werken. Abraham zou tot een groot volk worden en dat volk zou op een eigen plek komen te wonen. God wilde niet slechts de God van één mens zijn, namelijk van Abraham. Nee. Hij wilde koning worden over de hele mensheid op de nieuwe wereld. Hij wilde wonen onder alle mensen  op de gehele aarde. Alle gelijkenissen van Jezus gaan over het Koninkrijk van God waarover Hij zelf koning is. En het volk Israël was daarvan nog maar van het eerste begin. En het land Kanaän was ook daarvan nog maar het eerste begin. God had Israël een tweetal beloften gegeven. Die beloften betroffen allereerst een plek om te wonen als volk en vervolgens ook een plek waar God zelf zou wonen. Die eerste plek was in de eerste fase het land Kanaän en de tweede plek was in de eerste fase  de tempel.

  Waarom beloofde God aan Israël een land om te bewonen?

Het antwoord is: omdat Hij wilde wonen te midden van zijn volk

Als Israël de landbelofte niet wil prijsgeven, zal het ook de tempel moeten herbouwen. Maar dan wordt Jezus als de ware tempel terzijde geschoven. Waar woonde God in Israël?

We weten dat dit in eerste instantie de tabernakel en de tempel waren. God verkoos Israël als zijn volk. Hij beloofde hen een plek om te wonen. Het land Kanaän zou het volk eeuwig tot een erfdeel zijn.

 Geloofsvoorwaardelijk 

Maar zijn verkiezing van Israël was een geloofsvoorwaardelijke verkiezing. Als Israël andere goden ging dienen en aanbidden, dan zouden die beloften niet automatisch in vervulling gaan.  Dan zouden ze nooit eindeloos het land Kanaän mogen bezitten en dan zou God niet eindeloos onder hen verkeren. Israël moest Gods beloften wel in het geloof aanvaarden. Israël moest leren dat zijn verkiezing plaats zou vinden via de tempel van Sion en de troon van David. God wilde in Israël via tempel en troon werkzaam zijn. 

 

 Jezus ware tempel en koning

 

De tempel in Jeruzalem was indrukwekkend, maar Jezus noemde  zich de ware tempel. David was een koning die God wilde dienen, maar Jezus Christus is de ware koning.

Ps 105 zegt:de Sionsberg heeft Hij lief (vers 68). Daar werden de offers der verzoening gebracht. Gods keus viel op David. Hij riep hem weg bij de schapen. Uit het Nieuwe Testament weten we dat Jezus Christus Gods tempel en troon is. Hij verzoent de zonden van zijn volk en Hij regeert over zijn volk als een zachtmoedige koning.

Als de verzoening van de zonden geblokkeerd wordt, zoals gebeurde door koning Manasse, die een afgodsbeeld van de godin Asjera in de tempel neerzette, wordt de landbelofte geblokkeerd.